Wapenbroeders

In de zoektocht naar de schoonheid,
Van onbekende oorden,
Zijn er altijd weer de woorden,
En de klanken van verlangen,
Waar de oeverloze weisheid,
En de diepte van het water,
Die ons in de tijd verbinden,
Vroeger nu en later,

Op een eindeloze reize ver van moeder vrouw en kind,
Is er altijd weer een schuilplaats waar ik mijn wapenbroeders vind.
Op een eindeloze reize ver van moeder vrouw en kind,
Is er altijd weer een schuilplaats waar ik mijn wapenbroeders vind.

Al gravend in de aarde,
Voorbij de wortels van de ziel,
En de oorsprong van de genen,
Stuit je telken op de stenen,
Die de waren bodem vormen,
Van de blauwe zeeuwse klei,
En het rotsvaste vertrouwen,
Tussen jouw en mij,

Op een eindeloze reize ver van moeder vrouw en kind,
Is er altijd weer een schuilplaats waar ik mijn wapenbroeders vind.
Op een eindeloze reize ver van moeder vrouw en kind,
Is er altijd weer een schuilplaats waar ik mijn wapenbroeders vind.

Zwevend door verre landen,
Door de wolken luchten,
Bereiken wij soms wel geruchten,
Wij gedachten af doen dwalen,
Van een zelf gestelde doel,
De wid die langs mijn oren suisd,
Is als een vurig wild verlangen naar de warmte van mijn huis,


Aan het eind van mijn omzwevrvingen in de luwte van de wind,
kom ik altijd aan het kruispunt waar ik mijn wapenbroeders vind,
Op een eindeloze reize ver van moeder vrouw en kind,
Is er altijd weer een schuilplaats waar ik mijn wapenbroeders vind.


source: Songteksten.nl

Language: dutch