Heel misschien ver weg
Of heel misschien vlakbij
Neemt hij een slok van zijn koffie.
Denkt zij een keertje aan mij.

Ergens in een huis
Waar zacht de kachel brandt
Speelt zij piano en zingt zij.
Hij leest aan tafel de krant

Hij houdt van sport.
Zij van muziek.
En ze verzamelen kunst en antiek.

Mooi, slim en lief,
En samen zo blij.
Maar ik weet ook:
Ze wachten op mij...

Dus ooit zie ik ze weer
En tot die ene keer
Blijf ik de dagen en nachten
Wachten...

Hij leest een boek.
Zij breidt en haakt
Heel misschien heeft ze
Voor mij iets gemaakt.

Al zijn ze hard
En streng, allebei...
Maakt me niet uit,
Ze houden van mij!

Dus bid ik keer op keer:
Wanneer zie ik ze weer?
Laat me geen dagen en nachten
Wachten.


fuente : Songteksten.nl

idioma : Holandés