Kater

'S middags wordt ik wakker met een grote kater op de bank.
Ik heb mijn bed niet meer gehaald, mijn t-shirtje stinkt nog naar drank.

Waar ik gisteren ben geweest weet ik nu toch echt niet meer.
Het was vast heel gezellig want mijn houten kop doet gruwelijk zeer.

Koffie helpt nie, cola kots ik uut.
O, jee.

Het is al half 7 als ik boven in de spiegel kijk.
Ik schrik daar van mezelf, als ik daar zie staan,een levend lijk.

Vriendin beld me op en zegt me dat het zo dus niet meer gaat.
Probeer nog met een smoes maar echt, 't helpt niet nee, 't is te laat.

Maar tegen half 10 dan ga ik douchen en ik wordt weer man.
Een kammeraad staat voor de deur, er is een feest, ik kom d'r an.